afb.
Op 19 juli 1818 opgericht te 's-Hertogenbosch door Petrus (Piet) de Gruyter, als grutterswinkel met gruttershandmolen. Op het eind van de vorige eeuw werd een winkelbedrijf op grote schaal opgezet met een moderne fabriek, de grootste van Nederland met eigen winkels in alle grotere plaatsen van ons land. Uiteindelijk werd de zaak overgenomen door Hamido BV. Reeds in 1968 vonden onderhandelingen plaats tussen gemeente en bedrijf om tot overplaatsing van het produktiebedrijf te komen. In 1975 stelde de regering een bijdrage in de verwervingskosten van het De Gruytercomplex in het vooruitzicht, terwijl in 1979 door de gemeente aan drie bouwteams opdracht werd gegeven voor deze open plaats een schetsplan voor woningbouw te maken. | 120 |
Het 'gele monster' in de Orthenstraat werd in 1980 gesloopt, maar velen in en buiten 's-Hertogenbosch herinneren zich nog steeds De Gruyter. In juni 1818 opende Piet de Gruyter een grutterswinkel aan de Hoge Steenweg. Met de komst van zijn zoon in de zaak werd het in 1862: P. de Gruijter en Zoon. Maar het waren vooral zijn twee kleinzoons die de winkel zouden laten uitgroeien tot een bedrijf met landelijke bekendheid. Lambert bleef in zijn geboortestad en breidde de gruttersmolen uit tot een fabriekscomplex. Jacques opende in 1896 in Utrecht een eerste filiaal. Vooral de winkels groeiden snel. Omdat veel 'mevrouwen' slechts eenmaal per maand hun rekening voldeden, besloot Jacques bij contante betaling 10% korting te geven. De bekende oranje kassabonnetjes zouden een grote bekendheid geven aan de winkels van De Gruyter. Inmiddels was de naam vereenvoudigd in verband met de neonreclame. De groei van het winkelapparaat (in 1913: 44 winkels) zorgde tevens voor een groei in 's-Hertogenbosch. SnoepjeEen herstart werd na de oorlog bemoeilijkt door het distributiesysteem. Maar in 1949 ging ook de suiker 'van de bon'. De Gruyter kende een overcapaciteit in de suikerwerkfabriek en daarom werd gestart met 'het snoepje van de week': een snoepje en een speeltje, voor een dubbeltje te koop indien een bepaald bedrag besteed werd. Het leidde tot een groot succes. Niet alleen werd de suikeromzet vervijfvoudigd, tevens ontwierp de reclameafdeling allerlei boekjes en bouwplaten als onderdeel van dit 'snoepje van de week'.In 1966 kende De Gruyter 530 winkels, maar in dat jaar was er sprake van een kentering. Het concern leed verlies en vier jaar later nam de Steenkolen Handels Vereniging de winkels en fabrieken over. Ondanks de reclamekreet 'En betere waar en tien procent...' liepen de omzetten sterk terug. In 1976 sloten de laatste De Gruyter-winkels de deuren en verdwenen de oranje kassabonnen en snoepjes. De drie Bossche fabrieken sloten eveneens de poorten. 'Fabriek nummer één in de Orthenstraat werd in 1980 gesloopt. Op de plaats van het voormalige fabriekscomplex verrees nieuwbouw. Op de begane grond werden winkels en kantoren gerealiseerd, op de bovenverdiepingen kon bewoond worden. Dwars door het complex heen kwam een nieuwe straat, die toepasselijk De Gruyterpassage werd genoemd. |
Tien jaar geleden, in de zomer van 1980, verdween 'het gele monster' uit de Bossche binnenstad. Eén van de laatste restanten die ons herinnerden aan het grootwinkelbedrijf De Gruyter, verdween daarmee uit ons gezichtsveld. Wat bleef zijn de herinneringen. De vele honderden die naar het kantoor in de Orthenstraat trokken of naar één van de drie fabriekscomplexen. De geur van koffie of chocola die zich over een groot deel van de binnenstad verspreidde. De vele winkels die men overal in het land tegenkwam. De vrachtauto's die ten slotte enkel maar de spreuk 'en... en... alleen De Gruyter' met zich meedroegen; daarbij herinnerend aan 'de betere waar' en de 'tien procent korting'. En natuurlijk kent iedereen 'het snoepje van de week' nog.
Vijfentwintig jaar geleden vertelde Gerrit de Gruyter (1902-1970) in een intervieuw over het ontstaan van dit 'snoepje' in een periode dat De Gruyter zo'n 400 winkels in het gehele land bezat.
„We hadden na de oorlog al zo vaak geprakkezeerd over reclame-mogelijkheden. Je wilde wat doen. Iets aardigs voor de klanten. Maar het zat er niet in. Je zat nog volop in de distrubutie. Maar in 1949 kwam de suiker vrij. Onze fabriek van suikerwerken had nog capaciteit over. Ik weet nog goed, dat we daar op een zaterdagmorgen op hebben zitten turen. Hoe goten we dat in het vat: iets waarmee we de fabriek van suikerwerken op volle produktie konden brengen en waarmee we tegelijkertijd de klant een attentie konden bewijzen. Ik zei: „Konden we maar net zoals vroeger bij de kruidenier een snoepje weggeven... Nee, niet een of twee toffees, maar een builtje van een ons. Dat was een idee. Hoe lanceer je dat? Laten we dat 'het snoepje van de week' noemen, zei ik...”
'Het snoepje' werd een groot succes en tegelijkertijd hét symbool van dit Bossche bedrijf. Later werd het uitgebreid met een klein speeltje dat samen met het snoep gratis werd uitgedeeld als de cliënt voor een bepaald bedrag kocht. Het gaf een enorme impuls aan de suikerwerkfabriek. De omzet vervijfvoudigde mede daardoor. Het stimuleerde bovendien de kinderen om mee naar de winkel te gaan om er van de traktatie - die wekelijks varieerde - direct te kunnen genieten. Bovendien probeerde De Gruyter zo haar toekomstige klanten binnen de winkeldeuren te krijgen. Dit laatste is echter in de praktijk tegengevallen. In 1976 sloten de De Gruyter-winkels de deuren...
Tien jaar daarvoor kon Gerrit de Gruyter nog zeggen over het 'snoepje': „Wist u, dat de grootouders er nóg gekker op zijn? Die vinden het leuk op op die manier iets te krijgen dat zich zo plezierig aan kleinkinderen laat weggeven.”
In hetzelfde interview spreekt De Gruyter over de oude sfeer van de winkels met de tegeltableaus en de koperen koffiebussen. „In onze supers vind je dat niet meer, Ze zijn vaak ondergebracht in een winkelblok met zijn eigen bouwstijl. En de inrichting laat ook niet veel variatie toe. Dat verlies van het eigen karakter; ik vind het toch wel jammer.”
|
1937 |
RedactieP. de Gruyter en Zoon N.V. 's-HertogenboschNijver Nederland. Bijblad van het Weekblad "De Zakenwereld" 3 (1937) 3-7 |
|
1956 |
RedactieEen bezoek aan De Gruyter's fabriekenDe Gruyter ('s-Hertogenbosch 1956?) |
|
1975 |
RedactieFabriek verdwijnt uit Bossche Orthenstraat. Hoofdkantoor de Gruyter blijft in binnenstad. 'Hamido' ontslaat 150 manBrabants Dagblad zaterdag 15 november 1975 |
|
1976 |
RedactieSic transit gloria mundi. De Gruyter-complex aan Orthenstraat verkocht aan gemeente. Industrie-kolos werd sta-in-de-weg voor binnenstads.n. (woensdag 1 december 1976) |
|
1977 |
C.P.F. van Aalst, P. Nijhof's-Hertogenbosch. Fabrieks- annex kantorencomplex v/h De GruyterStedebouw en volkshuisvesting 58 (1977) 562-563 |
|
1978 |
RedactieToekomstige bebouwing van winkels, kantoren en huizen. Sloop De Gruyter kost miljoenenBrabants Dagblad woensdag 23 augustus 1978 (foto) |
|
1986 |
Wim RietbergenBeschermen en behouden van bedrijfsmonumentenMonumenten 10 (1986) 6-13 |
|
1997 |
Henny MolhuysenVerdwenen stadsbeelden : De Gruyter: 'En betere waar en tien procent...'Brabants dagblad donderdag 27 februari 1997 (foto) |
|
2008 |
RedactiePlaquette herinnert aan 'gele monster'Brabants Dagblad vrijdag 29 augustus 2008 |
Huber van Werkhoven, 'Het gele monster van 's-Hertogenbosch P. de Gruyter & Zoon' in: Hertogpost 2015 (2015) 117-124